vragenlijst basisonderwijs - eindmeting - TEST START Nameting basisonderwijs Start vragenlijstpress Enter Woont het kind dat naar groep 1/2 van de basisschool gaat bij u? * Ja Voor een deel van de week Nee Deze vragenlijst is bedoeld voor een ouder/verzorger van het kind, bij wie het kind woont. U kunt de vragenlijst wegklikken. Bedankt voor uw tijd! Hoe ziet uw gezin eruit? * Eén ouder/verzorger met één of meerdere kinderen Twee ouders/verzorgers met één of meerdere kinderen Een andere samenstelling Weet ik niet / Zeg ik liever niet Bij deze vraag gaat het om hoeveel kinderen er op dit moment bij u in huis wonen. Wat is voor uw kind van toepassing? Mijn kind: * kan niet fietsen kan alleen fietsen op een loopfiets kan fietsen met zijwieltjes of op een driewieler kan zonder hulp fietsen Uw kind heeft op school geoefend met fietsen, wat is volgens u de reden dat u kind (nog) niet kan fietsen? * Mijn kind is te jong Mijn kind is het aan het leren Mijn kind vindt fietsen spannend Mijn kind heeft een beperking/ziekte Mijn kind heeft geen geschikte (loop)fiets om te oefenen Ik weet niet hoe ik mijn kind kan leren fietsen Er is geen geschikte plek in de omgeving om te oefenen Ik vind het niet belangrijk dat mijn kind leert fietsen Ik heb geen tijd gehad om te oefenen met mijn kind Anders, namelijk:Anders, namelijk: Weet ik niet/zeg ik liever niet Meerdere antwoorden mogelijk. Heeft uw kind een geschikte (loop)fiets om op te fietsen? * Ja Nee Hoe vaak per week gebruikt uw kind een (loop)fiets/driewieler tijdens het spelen of om mee te oefenen? * Nooit 1 dag per week of minder 2-3 dagen per week 4-5 dagen per week 6-7 dagen per week Hoe vaak gaat uw kind op de (loop)fiets/driewieler ergens naartoe? Hiermee bedoelen we dat het kind zelf fietst naar bijvoorbeeld kinderopvang, school of supermarkt. * Nooit 1 dag per week of minder 2-3 dagen per week 4-5 dagen per week 6-7 dagen per week Kunt u zelf fietsen? * Ja Nee Welke beschrijving past het best bij u? * Ik heb een goede fiets. Ik heb een fiets, maar deze is kapot of werkt niet goed. Ik heb geen fiets. Hoe vaak fietst u zelf? * Nooit 1 dag per week of minder 2-3 dagen per week 4-5 dagen per week 6-7 dagen per week Denk bijvoorbeeld aan fietsen naar werk, de supermarkt of de school van uw kind. Kan uw partner fietsen? * Ja Nee Hoe fietst u samen met uw kind? * Mijn kind (loop)fietst, en ik loop ernaast. Mijn kind (loop)fietst op de stoep, en ik fiets ernaast op de weg. Mijn kind (loop)fietst op de weg, en ik fiets ernaast op de weg. Mijn kind zit in een kinderzitje, en ik fiets. Op een andere manier, namelijk:Op een andere manier, namelijk: Ik fiets niet samen met mijn kind Meerdere antwoorden mogelijk. In welke mate bent u het eens met de volgende stellingen? * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Het kost mij veel tijd wanneer mijn kind op de (loop)fiets naar school gaat. * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Het lukt mij niet om op de fiets naar de school te gaan vanwege andere verplichtingen (bijvoorbeeld broers/zussen die mee moeten met het wegbrengen, of vanwege werk). * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens In welke mate bent u het eens met de volgende stellingen? * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Ik weet hoe ik mijn kind kan begeleiden bij het leren (loop)fietsen. * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Ik kan mijn kind goed begeleiden bij het (loop)fietsen terwijl ik ernaast loop. * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Ik kan mijn kind goed genoeg begeleiden bij het (loop)fietsen terwijl ik ernaast fiets. * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Ik kan zelf goed genoeg fietsen om ergens naar toe te fietsen. * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Ik kan zelf goed genoeg fietsen om met mijn kind naast mij te fietsen. * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Ik weet waar ik mijn kind veilig kan laten fietsen. * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens In welke mate bent u het eens met de volgende stellingen? * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Ik vind het belangrijk voor de gezondheid van mijn kind dat hij/zij fietsend ergens naartoe gaat. * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Ik moedig mijn kind aan om regelmatig te (loop)fietsen. * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Ik vind mijn kind nog te jong om te (leren) fietsen. * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens In welke mate bent u het eens met de volgende stellingen? * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Ik vind het belangrijk om regelmatig samen met mijn kind te fietsen. * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Ik probeer een voorbeeld te zijn voor mijn kind door zelf veilig en regelmatig te fietsen. * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Hoe tevreden bent u over de fietslessen voor uw kind? * Heel tevreden Tevreden Niet tevreden, niet ontevreden Ontevreden Heel ontevreden In welke mate bent u het eens met de volgende stellingen? * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Mijn kind heeft beter leren fietsen door het START programma. * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Ik ben goed op de hoogte gehouden van de voortgang tijdens de fietslessen van mijn kind. * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Ik weet wat ik moet doen om mijn kind nog beter te leren fietsen. * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Ik vond de tips voor ouders nuttig. * Helemaal oneens Oneens Niet eens/niet oneens Eens Helemaal eens Aan welke van de onderstaande activiteiten heeft u of uw partner (samen met uw kind) meegedaan? * Meegedaan aan Wandel Woensdag en Fiets Vrijdag. Deelgenomen aan de fietsreparatie met een fietsenmaker. Knuffel Flammie de Flamingo (met fietsje) een weekend meegenomen naar huis. De korte video‘s over fietsen gekeken. Deelgenomen aan de filmavond ‘Why We Cycle’. Meegedaan aan de challenge ‘Da’s Zo Gefietst’. Een fiets geleend van het START programma. Deelgenomen aan fietslessen voor ouders. Ik of mijn partner heb aan geen van deze activiteiten deelgenomen. Meerdere antwoorden mogelijk. Wat zou er beter kunnen aan het START programma? Bijvoorbeeld duidelijkere communicatie of aanpassingen in de activiteiten. Heeft u nog vragen of opmerkingen over het START programma? Verzenden Indien je een mens bent, laat dit veld leeg:. ΔDoorgaanVerzenden Use Shift+Tab to go back