Thuis oefenen op de fiets
Fietsen leer je door het te doen. En je leert het nog beter door het vaak te doen. Hoe vaker hoe beter. Onze fietsleraren hebben de beste tips verzameld waarmee u thuis aan de gang kunt.
De tips sluiten aan bij de lessen die uw kind op school krijgt. Als u oefent op de manier waarop de fietsleraren dat ook doet, is de verwachting dat de kinderen nog sneller verbeteren.
We hebben tips voor ieder niveau. Klik op de knop van het niveau van uw kind of scrol naar beneden om alle tips te zien.
Wat wilt u met uw kind oefenen?
Niveau 1 - de basis: Zo leer je balanceren op een loopfiets
Swipe naar naar rechts om de volgende tip te zien

De ultieme manier om te beginnen met fietsen is de loopfiets. Hiermee leert je kind de basis: sturen, stoppen en balanceren

Voor beginnende fietsertjes is dit: voeten plat op de grond en benen licht gebogen

Dé truuk om kinderen te leren balanceren is om te ‘flappen’. Dit is afzetten met beide voeten tegelijk ipv met 1 been. Als je ‘flapt’ dan word je gedwongen om een klein stukje te balanceren. Hoe harder een kind afzet, hoe langer het de voeten van de grond kan houden.

Dit gaat heel makkelijk door simpelweg de trappers te verwijderen. Dit doet u met een bahco of moersleutel 15. Let op! De linkertrapper heeft een tegengestelde schroefdraad.
Niveau 2 - Oefen fietsen zonder zijwieltjes
Swipe naar naar rechts om de volgende tip te zien

Wij hanteren de volgende regel: kan je kind 5 meter balanceren met de voetjes van de vloer? Dan is het klaar om over te stappen naar een fiets met trappers.

Kinderen vergeten regelmatig dat ze moeten blijven trappen om snelheid te houden. Gebeurt dit bij uw kind? Roep dan "BLIJVEN TRAPPEN!". Welke snelheid je nodig hebt hangt af van de situatie. Sneller op rechte stukken en rustiger in de bocht.

Leer uw kind om ver vooruit te kijken in de richting waar het naartoe wil fietsen. Als je links de bocht om wilt gaan kijk dan naar links. Als je niet tegen een paaltje aan wilt fietsen, kijk dan naar de weg ernaast. Want als je naar het paaltje kijkt fiets je er tegenaan. Blijf altijd trappen!

Bij beginnende fietsers zie je vaak dat het kind heel verkrampt op de fiets zit. De handen moeten om de handvaten, stevig maar niet hard knijpen.

Fietsen gaat makkelijker met wat snelheid. Help het kind vooruit door het te duwen. Hierbij is het belangrijk dat je rustig meejogt. Je duwt het kind met 1 hand aan de bovenkant van de schouders. Zo voel je goed of het kind genoeg balans heeft om te blijven fietsen.
Zodra je merkt dat het kind goed vaart heeft, probeer het korte momenten los te laten. Maak die momenten steeds langer, tot het punt waarop het zelf fietst. Loop dan zelf een paar passen naar achteren. Zo lijkt het net alsof het kind zelf superver heeft gefietst.

Naast een kind lopen tijdens het leren fietsen kan pijnlijk zijn voor je rug. Gebruik dan de truuk met de sjaal. Doe een sjaal om de borst, onder de armen en houd de uiteinden vast. Zo kunt u rechtop blijven lopen.
Niveau 3 - Oefen de eerste verkeersvaardigheden
Swipe naar naar rechts om de volgende tip te zien

Wij hanteren de volgende regels: Het kind moet recht kunnen fietsen zonder te zwabberen, het kind moet op commando een noodstop kunnen maken en soepel een bocht om kunnen gaan.

Voor kinderen is het heel eng om een hand los te laten. Daarom leren wij het de kinderen aan in stapjes. Eerst heel kort loslaten, daarna wat langer, daarna een high 5 geven en tot slot de arm helemaal uitsteken. Zowel links als rechts

Een boomwortel, een onverwacht stoepje, een tak op het fietspad, een plas water. Je komt het allemaal wel een keer tegen. Vaak kan je er gewoon overheen of erdoor. De trappers moeten recht, op 3 en 9 uur. Je komt iets uit het zadel en kijkt waar je naartoe wilt. Oefen dit bijvoorbeeld door van een stoep af te fietsen.

Dit is een vaardigheid die ieder kind onder de knie moet hebben. Zodra u 'STOP' roept moet het kind hard remmen (vooral met de terugtraprem) om zo snel mogelijk stil te staan. Let goed op, want als het kind alleen met de voorrem remt (dit is een handrem) loopt het het risico om over de kop te slaan. De juiste houding is iets naar achteren hellend en de trappers op 3 en 9 uur.

In het verkeer moet een kind zich bewust zijn van het feit dat het niet de enige verkeersdeelnemer is. Leer het kind achterom kijken voor een bocht door op de plek te gaan staan waar het kind naartoe moet kijken, steek een aantal vingers op. Het kind moet benoemen hoeveel vingers het zijn.